Selectie reglement

SELECTIEREGLEMENT KLASSIEK GELDERLANDER PAARDEN STAMBOEK

INHOUDSOPGAVE

Artikel 1:         Algemeen.

Artikel 2:         Keuringen.

Artikel 3:         Juryleden.

Artikel 4:         Deelname aan keuringen.

Artikel 5:         Beoordeling van paarden.

Artikel 6:         Hengstenkeuring en erkenning.

Artikel 7:         Stamboekopname merries en ruinen.

Artikel 8:         Verrichtingsonderzoeken.

Artikel 9:         Onderscheidingen.

Artikel 10:       Predikaten merries en ruinen.

Artikel 11:       Predikaten hengsten.

Artikel 12:       Ongeoorloofde middelen.

 

 

Artikel 1 – Algemeen.

Dit selectiereglement heeft betrekking op de keuringen van hengsten voor dekking in het stamboek voor Klassieke paarden en het stamboek voor Edel-Klassieke paarden, de keuringen voor merries en ruinen in het stamboek voor Klassieke paarden, het stamboek voor Edel-Klassieke paarden en het register alsmede de stamboekopname voor merries en ruinen de toekenning van predikaten binnen deze stamboeken.

Artikel 2 – Keuringen.

  1. Keuringen worden gehouden teneinde de kwaliteit der fokkerij te verhogen.
  2. Merries, ruinen en hengsten uit de hoofdstamboeken en het registerboek kunnen vanaf 3 jaar worden aangeboden voor opname in een van de hoofdstamboeken respectievelijk registerboek.

Artikel 3 – Juryleden.

  1. Juryleden worden aangewezen door het bestuur.
  2. Het hoofdjurylid of diens vervanger is voorzitter van de jury.
  3. Vereisten voor een jurylid zijn: grote deskundigheid met betrekking tot het Klassiek Gelderlander paard, correct optreden en integer zijn.
  4. Een jurylid zal steeds onmiddellijk en uit eigen beweging aan het bestuur van het KGPS en aan de collega-juryleden kenbaar maken als hij de fokker of (mede)eigenaar is van een te keuren paard en hij zal bij het keuren van dit dier geen deel uitmaken van de jury.

Artikel 4 – Deelname aan keuringen.

  1. Het bestuur maakt tijdig de plaats, locatie en aanvangstijd van de keuringen bekend en deelt deze mede in het verenigingsorgaan en/of de website van het KGPS.
  2. In aanmerking komen dieren waarvan de eigenaar lid is van het KGPS en welke zijn ingeschreven in het stamboek voor Klassieke paarden, het stamboek voor Edel-Klassieke paarden en het Registerboek (alleen voor merries en ruinen).

Artikel 5 –  Beoordeling van paarden.

  1. Tijdens de keuring wordt er bij de volwassen dieren op de volgende punten bij de stamboekopname
    gejureerd:
  2. Type
  1. Voorhand
  2. Middenhand
  3. Achterhand
  4. Bovenlijn
  5. Beenwerk
  6. Stap
  7. Draf
  8. Galop –> voor tuigpaard – Houding
  9. Gedrag/karakter
  1. Het totale puntenaantal wordt door 10 gedeeld en er wordt uitgegaan van het gemiddelde.
  2. Voor de toekenning van eventuele predikaten en premies geldt het onderstaande:
  3. vanaf gemiddeld 7,5: opname in het stamboek, 1e premie en sterpredikaat.
  4. vanaf 7,0 tot en met 7,4: opname in het stamboek, 1e premie en het predikaat premiemerrie.
  5. lager dan 7,0: opname in het stamboek, 2e premie
  6. Direct na afloop van de keuring wordt de uitslag en het puntenaantal aan de eigenaar meegedeeld.

 

Artikel 6 – Hengstenkeuring en erkenning.

  1. Hengsten geregistreerd in het stamboek voor Klassiek paarden en het stamboek voor Edel-Klassieke paarden kunnen worden aangeboden voor goedkeuring.
  2. De hengstenkeuring geschied door minimaal 3 personen.
  3. Het hoofdjurylid of diens door de bestuur aangewezen waarnemer is voorzitter van de jury.
  4. De afstamming van de nieuw aangeboden hengsten is niet bekend bij de jury op het keuringsmoment.
  5. Op het keuringsformulier staat vermeldt in wel stamboek de hengsten qua percentages zijn ingeschreven en uit welk nafok gebied ze afkomstig zijn.
  6. Naast de hengstenkeuring maakt ook een veterinair, röntgenologisch en DNA-onderzoek deel uit van de selectieprocedure.
  7. Deze onderzoeken genoemd onder artikel 6 lid 4 worden betaald door de hengsteneigenaar.
  8. Als leidraad voor het röntgenologisch onderzoek worden de volgende eisen aangehouden:
  9. straalbeen valt binnen klasse 0-2
  10. kogelartrose valt binnen klasse 0-3
  11. spronggewricht valt binnen klasse 0-2
  12. sprong en knie mogen geen oc of ocd bevatten
  13. Het röntgenologisch onderzoek dient te geschieden door een PROK-gecertificeerd station waarna
    de foto’s naar een door het KGPS aangewezen dierenarts zullen moeten worden gestuurd ter
    beoordeling. In samenspraak met de dierenarts, selectiecommissie en het bestuur zullen de uitslagen worden besproken en door het bestuur en de selectiecommissie wordt besloten welke eventuele afwijkingen toelaatbaar zijn of niet.
  14. Na goedkeuring dient de hengst röntgenologisch te worden onderzocht binnen 3 weken.
  15. Hengsten ouder dan 15 jaar hebben vrijstelling voor het röntenologisch onderzoek mits zij door een dierenarts bij een klinische keuring akkoord zijn bevonden.
  16. De hengst mag geen zichtbare kenmerken van zomereczeem vertonen.
  17. Tijdens de hengstenkeuring wordt er op de volgende punten beoordeeld:
  1. Type
  2. Voorhand
  3. Middenhand
  4. Achterhand
  5. Bovenlijn
  6. Beenwerk
  7. Stap
  8. Draf
  9. Galop -> voor tuigpaard – Houding
  10. Gedrag/karakter
  1. Het totale puntenaantal wordt door 10 gedeeld en moet minimaal een 7,5 zijn.
  1. Het totale puntenaantal en het juryoordeel wordt direct na de keuring aan de eigenaar bekend
    gemaakt nadat er overleg is geweest tussen de selectiecommissie, de foktechnisch adviseur en het
    bestuur.
  2. Hengsten worden eerst voor 4 jaar goedgekeurd.
  3. Goedgekeurde hengsten dienen aan de volgende eisen te voldoen alvorens zij voor het leven
    goedgekeurd worden:
  4. Het afleggen van het verrichtingsonderzoek voor hun 7e jaar of een vergelijkbare sportprestatie.
    Ook kan een verrichtingsonderzoek die met goed gevolg is afgelegd bij een ander erkend
    stamboek worden geaccepteerd.
  5. Het tonen van een collectie nakomelingen uit verschillende merries van verschillende leeftijden.
    Hierbij wordt rekening gehouden met de dek aantallen.
  6. Indien aan het bepaalde in artikel 6 lid 17 met goed gevolg is voldaan, is de hengst voor het leven
    goedgekeurd en krijgt hij het predikaat premiehengst.
  7. Indien een goedgekeurde hengst gebreken doorfokt of een zeer slechte na fok heeft kan worden besloten
    om een hengst uit de fokkerij te nemen voor dek dienst. Zijn nakomelingen die voor tijd geboren zijn of in
    het jaar na zijn afkeuring worden geboren, behouden hun status.
  8. Goedgekeurde hengsten mogen zich elk jaar vrijwillig tonen op de hengstenkeuring.
  9. Hengsten die niet goedgekeurd worden kunnen worden aangemeld voor herkeuring.
  10. Herkeuring geschiedt door een herkeuringscommissie van juryleden die geen deel uitmaakten van
    de jury die de hengst de eerste keer heeft afgekeurd.
  11. Herkeuring geschiedt op dezelfde beoordelingspunten als de eerste keuring.
  12. Indien een hengst bij herkeuring wordt goedgekeurd worden de kosten van de herkeuring
    gerestitueerd aan de eigenaar door het stamboek.
  13. Hengsten van andere stamboeken kunnen worden aangeboden voor de hengstenkeuring mits ze niet
    eerder door een ander erkend stamboek binnen de Europese Unie zijn goedgekeurd en wat betreft
    bloedvoering passen binnen het stamboek voor Klassieke paarden of het stamboek voor
    Edel-Klassieke paarden.

Artikel 7 – Stamboekopname merries en ruinen.

  1. Vanaf 3 jaar kunnen uit het veulenboek afkomstige merries en ruinen worden aangeboden voor stamboekopname en opwaardering met predikaten.
  2. Bij de stamboekopname wordt er bij de volwassen dieren op de volgende punten beoordeeld:
  1. Type
  2. Voorhand
  3. Middenhand
  4. Achterhand
  5. Bovenlijn
  6. Beenwerk
  7. Stap
  8. Draf
  9. Galop -> voor tuigpaard – Houding
  10. Gedrag/karakter
  1. Het totale puntenaantal wordt door 10 gedeeld en er wordt uitgegaan van het gemiddelde.
    4. Voor de toekenning van eventuele predikaten en premies geldt:
  2. vanaf gemiddeld 7,5: opname in het stamboek, 1e premie en sterpredikaat.
  3. vanaf 7,0 tot en met 7,4: opname in het stamboek, 1e premie en het predikaat premiemerrie.
  4. lager dan 7,0: opname in het stamboek, 2e premie.
    5. Merries uit het hulpveulenboek kunnen vanaf 3 jaar worden aangeboden voor opwaardering naar
    het stamboek. Hiervoor moet bij stamboekopname minstens gemiddeld een 7,5 worden behaald.
  5. Stamboekopname is ook mogelijk voor dieren uit andere stamboeken mits zij aan de bloedvoering
    voldoen zoals het KGPS heeft gesteld bij de diverse boeken.

Artikel 8 – Verrichtingsonderzoeken.

  1. Het stamboek biedt één keer per jaar de mogelijkheid om deel te nemen aan het

verrichtingsonderzoek.

  1. Het stamboek kan een vergoeding rekenen voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
  2. Paarden die deelnemen aan het verrichtingsonderzoek dienen normaal harnachement volgens de
    KNHS-normen te dragen.
  3. Paarden dienen voor deelname aan het verrichtingsonderzoek minimaal 4 jaar oud te zijn.
  4. Jurering geschiedt bij de zadelproeven door 2 juryleden, waarvan 1 jurylid van de KNHS.
    6. Jurering geschiedt bij de menproeven door 2 juryleden, waarvan 1 jurylid van de KNHS.
  5. Indien het verrichtingsonderzoek niet met een voldoende resultaat wordt afgesloten is er 1
    herkansingsmogelijkheid.
  6. Vrijstelling voor het verrichtingsonderzoek kan worden verkregen indien aan volgende eisen op
    indeling van bloedpercentage zijn voldaan:
  7. Hengsten uit het stamboek voor Klassieke paarden en het stamboek voor Edel-Klassieke paarden
    vanaf 50% Klassiek bloed:  dressuur M1 + 1 winstpunt of

springen M + 1 winstpunt of

mennen M + 1 winstpunt of

kleine limiet met 10 punten.

  1. Hengsten uit het stamboek voor Edel-Klassieke paarden met minder dan 50%:
    dressuur M2 + 1 winstpunt of
    springen M + 5 winstpunten of

mennen M + 5 winstpunten of

kleine limiet met 15 punten.

  1. Merries uit het stamboek voor Klassieke paarden en het stamboek voor Edel-Klassieke paarden
    vanaf 50% Klassiek bloed:  dressuur L2 + 1 winstpunt of
    springen L + 1 winstpunt of

mennen L + 1 winstpunt of

kleine limiet met 10 punten.

  1. Merries uit het stamboek voor Edel-Klassieke paarden met minder dan 50%:
    dressuur M1 + 1 winstpunt of
    springen M + 1 winstpunt of

mennen M + 1 winstpunt of

kleine limiet met 15 punten.

  1. Vrijstelling kan alleen worden verkregen door middel van een officieel document van de
    desbetreffende paardensportbond.

Artikel 9- Onderscheidingen.

  1. Het stamboek kan een vergoeding rekenen voor deelname aan keuringen en/of onderscheidingen.
  2. Op de keuring kan een paard worden onderscheiden met een 1e of 2e premie.
  3. Een hengst die voor goedkeuring in aanmerking wil komen moet op de hengstenkeuring qua puntenaantal een 1e premie halen. Dit is een gemiddelde van een 7,5.
  4. Veulens worden beoordeeld en geprimeerd en de eerst geplaatsten komen in aanmerking voor deelname aan het veulenkampioenschap.
  5. Jaarlingen en tweejarigen worden beoordeeld en geprimeerd en de eerst geplaatsten komen in aanmerking voor deelname aan het jeugdkampioenschap.
  6. Merries en ruinen kunnen vanaf 3-jarige leeftijd worden aangeboden voor stamboekopname.

Bij de stamboekopname wordt de volgende puntenwaardering gehanteerd:
a. vanaf gemiddeld 7,5: opname in het stamboek, 1e premie en sterpredikaat.

  1. vanaf 7,0 tot en met 7,4: opname in het stamboek, 1e premie en het predikaat premiemerrie.
  2. lager dan 7,0: opname in het stamboek, 2e premie.
    7. Paarden met zichtbare erfelijke gebreken of die erge exterieurfouten vertonen worden niet
    opgenomen in het stamboek en kunnen ook niet deelnemen aan de stamboekkeuring.
  3. Primering is ook mogelijk voor dieren uit andere stamboeken mits zij aan de bloedvoering voldoen
    zoals het KGPS heeft gesteld bij de diverse boeken.

Artikel 10 – Predikaten merries en ruinen.

  1. Merries kunnen de volgende predikaten behalen:
  2. Ster: minimaal een gemiddelde van 7,5 bij stamboekopname
  3. Keur: minimaal een gemiddelde van 7,5 bij stamboekopname en het succesvol afleggen van de
    verrichtingsproef of een vergelijkbare sportprestatie.
  4. Elite: minimaal een gemiddelde van 7,5 en het succesvol afleggen van de verrichtingsproef in
    twee verschillende disciplines of een vergelijkbare sportprestatie in twee verschillende
    disciplines.
  5. Model /Kroon: minimaal een gemiddelde van 8,0 bij stamboekopname, het afleggen van de
    verrichtingsproef met goed gevolg of een vergelijkbare sportprestatie en het brengen van een 1e
    premie nakomeling.
  6. Preferent: voor het preferentschap dienen 4 punten door de nakomelingen te worden behaald.
    Een stermerrie/sterruin telt voor 1 punt en een goedgekeurde hengst voor 2 punten.
  7. Eigen prestatie: voor dieren die jarenlang trouwe dienst in het werk hebben gedaan, maar geen
    sportcarrière hebben gehad. Dit predikaat kan vanaf 15 jaar worden aangevraagd.
  8. De predikaten ster en eigen prestatie kunnen ook door een ruin worden behaald.
  9. Het bestuur kan onderscheidingen behaald bij andere erkende stamboeken geldig verklaren binnen
    het KGPS

Artikel 11– Predikaten hengsten.

  1. Hengsten kunnen de volgende predikaten behalen:
  2. Premiehengst: voor goedgekeurde hengsten die aan het verrichtingsonderzoek met goed gevolg
    deelgenomen hebben of een vergelijkbare sportprestatie hebben en bij wie het
    nakomelingenonderzoek een positief resultaat heeft opgeleverd.
  3. Keur: Voor hengsten die de verrichtingsproef met goed gevolg hebben afgelegd of een
    vergelijkbare sportprestatie hebben afgelegd en met minimaal 10 ster-dochters/hengsten/ruinen.
    Een goedgekeurde hengst telt ook mee als ster.
  4. Preferent: voor hengsten die een bewezen goede nafok hebben bij verschillende merries.

Het preferentschap voor een hengst wordt bepaald door de het bestuur en de foktechnisch
adviseur.

  1. Het bestuur kan onderscheidingen behaald bij andere erkende stamboeken geldig verklaren binnen
    het KGPS

Artikel 12– Ongeoorloofde middelen.

  1. Paarden die deelnemen aan door het KGPS georganiseerde evenementen van welke aard dan ook

mogen geen middelen in zich hebben waarvan men redelijkerwijs kan aannemen dat ze verdovend
of stimulerend werken of verboden zijn.

  1. Hierbij wordt de FEI-dopinglijst gehanteerd.
  2. Bloed-, urine- en haaronderzoek kan worden gebruikt voor onderzoek.